Dit artikel typte ik midden in de periode dat ik borstvoeding gaf, zo’n 5 maanden geleden.
Als je het artikel over borstvoeding hebt gelezen dan heb je kunnen lezen dat ik het niet gemakkelijk vond en best wat hobbels ben tegen gekomen. In dit artikel wil ik verder ingaan over wat mijn ongemakken waren tijdens de borstvoeding. Dat borstvoeding geven niet zomaar uit de lucht komt vallen was mij al gauw duidelijk. De voeding kwam super op gang in de kraamweek en Noï deed haar uiterste best om goed te leren drinken. Samen leerde we steeds beter hoe dit in zijn werk ging. De ongemakken waar ik het meeste last van heb gehad zijn stuwing en tepelkloven. Na een aantal dagen begon voor het eerst de stuwing. Een heel normaal verschijnsel in de kraamweek had ik gelezen.
Daarnaast kwamen de tepelkloven ook al snel om de hoek kijken. AU wat doet dat zeer zeg. Helaas bleef de stuwing best lang aanhouden en doordat Noï daarom meer moeite had met aanhappen bleven ook de tepelkloven aanwezig. Het aanhappen zelf deed ze heel erg goed maar om daarna te drinken was een uitdaging. Na 3 weken heb ik de lactatiekundige gebeld. Ik had vooral in de ochtend enorm last van stuwing en die was niet met 1 voeding te verhelpen. Zowel Noï als ik werden er chagrijnig van. De lactatiekundige adviseerde mij om een handkolfje te kopen. Een elektrische kolf zou zonde van het geld zijn omdat ik op korte termijn niet van plan was om te gaan werken en ik Noï dus steeds live kon voeden.
‘Kolf alleen als het niet anders kan en beperk de keren tot maximaal 4 per week’.
Zo gezegd zo gedaan. Ik bestelde die zelfde ochtend nog een handkolfje van Medela en deze kwam halleluja de volgende dag al in huis. Het advies luidde ‘kolf alleen als het niet anders kan en beperk dit tot max. 4 momenten in de week.’ In eerste instantie vond ik het kolven best lastig maar na eenmaal wat keren te hebben geprobeerd lukte het al aardig. De ene keer kolfde ik iets meer dan de andere keer. Dit lag aan hoeveel last ik had van de stuwing en hoeveel melk het kostte om het dragelijk te maken. Het moment dat ik kolfde was in de ochtend. Na de nacht – ongeacht of en hoe vaak ik had gevoed – had ik het meeste last. Noï legde ik daarna gelijk aan om zo niet nog een extra voedingsmoment de creëren en dus juist de boel extra te stimuleren.
Doordat op die momenten mijn borsten niet te vol waren en Noï dus goed kon aanhappen kregen de kloofjes steeds minder kans. Na een week of 6 zijn we gaan proberen om Noï af en toe te voeden d.m.v. een fles. Ik kolfde dan in de morgen een hele voeding en Riny gaf Noï de fles. Ondanks dat ik niet de deur uit hoef om te gaan werken vonden we het wel een fijn idee dat ze uit een fles kan drinken. Ze pakte dit gelukkig vrij snel goed op dus ook die mijlpaal hadden we bereikt.
Vaak pakte ik mijn goede vriend google erbij als ergens over twijfelde of mezelf iets afvroeg. Zo ook toen ik gek werd door de pijnlijke tepelkloven. De kraamverzorgster had in de kraamweek al gezegd dat dat erbij hoorde maar na een week of 4 was ik het wel beu. Doordat ik af en toe kolfde ontzag ik mijn tepels en dat leek al wel iets te helpen maar nog niet afdoende. Ik lette extra goed op dat Noï goed aan hapte maar ook daar lag het naar mijn idee niet aan. Na wat gespeur op google kwam ik uit op de tepelbeschermers van Medela. Ze zagen er wat apart uit maar ik wilde het toch proberen. Eenmaal in huis vroeg ik mezelf af wat ik daar mee aan moest. Wat een joekels zijn dat zeg. Toch maar wel proberen. In de bh en huppakee, wachten tot het helpt.
Al gauw zag ik hoeveel melk ik tussendoor lekte. Dit vingen de schalen namelijk op. Ik droeg ze niet de hele dag maar alleen als ik flinke druk op m’n borsten voelde. Zo super comfortabel zaten ze nou ook weer niet. In het begin van deze borstvoedingservaring had ik ook te pas en te onpas last van het toeschietreflex. En dat dus lang niet alleen maar als Noï in de buurt was of aan de borst lag. Dit zorgde natuurlijk voor geregeld melkverlies maar ook vond Noï het extra lastig drinken omdat deze zo krachtig was. Vermoedelijke droeg dit ook bij aan het langzame herstel van de kloofjes. Want ook al verving in mijn zoogkompressen geregeld, toch zat het hele spulletje opgesloten in mijn kleren.
Na het gebruik van deze hulpmiddeltjes vorderde het genezingsproces aanzienlijk. Langzaam aan werd ik er handiger in. Ik voelde me steeds comfortabeler tijdens het voedde en het trotse gevoel overviel mij steeds vaker. Nu wanneer ik dit artikel schrijf, zo’n 3 maanden na de geboorte van Noï, kan ik wel zeggen dat de borstvoeding onder controle is. Ongemakjes blijven er wel maar ik denk dat die er ook zijn wanneer je flesvoeding geeft.
Wat mij dus zoal hielp in deze eerste periode was:
- Tepelzalf (Purelan)
De zalf werkt super verzorgend en hielp mede bij de genezing van de kloven. Deze zalf gebruik ik overigens nog steeds iedere avond. Ik slaap geregeld met een voedingsbeha dus nieuwe kompressen erin, een dotje tepelzalf erop, en slapen met die hap. - Handkolf (Meleda)
Voor incidenteel gebruik en om af en toe een hele voeding af te kolven zodat Noï uit de fles kan drinken. Het is een compact kolfje, goed te reinigen en ideaal als je niet vaak kolft. Scheelt een hoop geld in vergelijking met een elektrische kolf. - Douchen met een voedingsbeha aan
Zowel i.v.m. de stuwing als om m’n tepels te beschermen. Deze deden namelijk enorm zeer tijdens het douchen de eerste periode. Met een bh onder de douche heb ik maar een aantal weken gedaan. Toen de kloofjes zo goed als weg waren kon die bh ook weg. Dat doucht toch wel iets aangenamer. - Noï in een voedingsblok aan 1 borst leggen
Al vrij snel dronk Noï uit zichzelf om ongeveer 3 uur. Ik hoefde haar dan niet te wekken, ze gaf zelf aan dat ze honger had. In de kraamweek moet je zoveel mogelijk beide borsten aanbieden zodat de melkproductie goed op gang komt. Na 1 week was deze zo goed op gang dat ik wel 3 baby’s kon voeden. Ik ben toen gestopt met beide borsten aanbieden en liet Noï eerst 1 borst leegdrinken. Tussendoor gaf ik haar vaak de mogelijkheid om te boeren en als ze dan de borst weigerde bood ik de ander aan. Meestal sloeg ze die dan af. Ze had er aan eentje genoeg aangezien daar dus zat melk uit kwam. Als ze geen gebruik had gemaakt van de 2e borst maar wel binnen die 3 uur nog wilde drinken, gaf ik haar opnieuw de ‘laatst gebruikte’ borst. Zo werden niet beide borsten steeds gestimuleerd. Dit heb ik hele tijd zo vol gehouden want wat ik net al zei; melk in overvloed. Na ongeveer 2,5 maand stagneerde dit en dronk Noï steeds vaker aan beide borsten. - Tepelbeschermers (Meleda)
Het voelt een beetje vreemd om van die plastic schelpen in je bh te dragen maar mij hielp het toen van de ergste pijn af. Nog wel een tipje van mij: kijk even of er melk in de schelpen zit voordat je gaat bukken. Er zitten gaatjes in ter verluchting en als de schelp dus scheef gehouden wordt komt die melk eruit. Resultaat hier was meerdere malen natte kleding.. - De eerste ‘spuitmelk’ weg laten lopen.
In mijn ene borst voelde ik dit duidelijker dan in de andere. Zodra ik de spanning op voelde lopen en merkte dat Noï meer melk binnen kreeg koppelde ik haar los en liet ik deze ‘spuitmelk’ weg lopen in een doek of bekertje. Soms zat er zo’n kracht achter dat ik het maar net op tijd op kon vangen. Geregeld vloog er melk op Noï haar hoofd of over m’n eigen kleding. Doordat ik steeds minder last van volle borsten kreeg, en de borstvoeding meer stabiliseerde kreeg ik ook een minder heftig toeschietreflex. Nu duurt het soms heel even voor het er is i.p.v. dat de melk al gaat stromen voordat de baby in de buurt komt. - Liggend voeden
- In de kraamweek heb ik met de kraamverzorgster meerdere voedingshouding geprobeerd. Niet veel houdingen lukte meteen want ik was ontzettend stijf en had overal spierpijn van de bevalling. Ook had het geduld niet en vond en voelde ik me wat onzeker. Overdag kwam ik daar nog wel mee weg maar ‘s nachts, alleen maar zittend voeden in bed, was geen optie meer en begon op te breken. Ik was de eerste periode zo moe dat dat eigenlijk nauwelijks ging. Op een gegeven moment ben ik toch maar gaan oefenen met het liggend voeden en achteraf gezien had ik dit vanaf het begin moeten doen. Voor Noï was dit ook veel fijner want door de stuwing de eerste tijd was zittend voeden niet fijn. De melk spoot dan letterlijk om haar oren. Tot op de dag van vandaag voed ik haar ‘s nachts nog steeds liggend. Ik kan zelf beter ontspannen en Noï drinkt rustiger. Soms valt ze zelfs zo in slaap en kan ik haar rustig terug leggen in haar bedje.