Auw oetsh klap in mijn gezicht. Dikke onrust, huilbuien, paniek, stress. Gevoel van falen maar ook van overwinning. Pijn in mijn buik en een zeurend gevoel in mijn hoofd. Een jammerend kindje. Een moedeloze moeder. Hier een kleine omschrijving van onze laatste weken borstvoeding. Terwijl ik dit typ voel ik weer een beetje pijn in mijn buik en de tranen prikken in mijn ogen. Toen de vraag gesteld werd of ik borstvoeding wilde geven was mijn antwoord volmondig ‘ja’. Eerder schreef ik een artikel over borstvoeding geven. Nu schrijf ik er eentje over ‘stoppen met het geven van borstvoeding’. Dat ik er ooit mee zou stoppen wist ik wel. Wanneer wist ik niet. Dat dat moment dus nu was, moest nog een plekje krijgen.
Inhoudsopgave
De onrust bleef, de vragen dus ook.
Het is 9 maart wanneer ik dit typ. Na een onrustige vierde sprong leek de onrust nog niet verdwenen. We konden aan Noï haar gedrag merken dat de sprong een eind achter de rug was maar waarom de onrust dan nog aanwezig was mocht Joost weten. Steeds ging ik weer op zoek naar wat de reden achter de onrust kon zijn en ik was er dan ook enorm door gefrustreerd dat ik het antwoord niet kon vinden. De onrust waar ik het over had drukte zich uit in een jengelend baby’tje en in een vermoeide moeder. Zodra Noï aan haar voeding toe was liep dat voor geen meter. Ze hapte niet of nauwelijks aan. Liet wel duidelijk hongersignalen merken maar na een paar slokken gaf ze de moed weer op.
Dat er melk aanwezig was wist ik zeker. Ze produceerde nog steeds poep- en plasluiers en ook kon ze na de avondvoeding doorslapen tot ver in de nacht. Tevens ontstond er bij mij lichte stuwing na al die uren er tussen. Ik twijfelde dus in eerste instantie niet aan mijn melkproductie. Het voeden liep dus niet lekker maar daardoor het naar bed gaan ook niet. Ze had hier eerder helemaal niet zoveel moeite mee dus flink balen dat dat nu wel zo was. Haar korte slaapjes en onrustige drinkgedrag begon niet alleen maar bij haar z’n tol te eisen. Mijn humeur kelderde ook met de dag en in weinig dingen kon ik mijn plezier nog vinden.
Zo door gaan was geen optie.
Eerder al hadden Riny en ik besproken om Noï per dag 1 kunstvoeding te gaan geven. Zo kon ik langzamerhand afbouwen want op het moment dat Noï meer vast voedsel zou gaan eten wilde ik de borstvoeding gestopt hebben. Het kostte me immers behoorlijk veel energie en ook de bijkomende hormoonspiegel zat me steeds vaker in de weg. Ik kocht dus een pak kunstvoeding om het vervolgens nog zeker 1,5 week in de kast te laten staan. Stiekem vond ik de stap naar het maken van een fles best lastig. We waren al bijna 5 maanden onderweg met de borstvoeding dus de wereld van de flesvoeding was geheel onbekend en spannend.
Zeker een week of 3 liepen de voedingen steeds minder. Noï heeft in de eerste weken van haar leven amper gehuild en nu was het elke dag prijs. Gek werd ik er van. Waarom stop ze nou niet gewoon en gaat ze slapen? Al vanaf haar geboorte prentte ik mezelf in: zodra de baby huil is er wat. Ze huilt niet zomaar en dat bleek ook. Noï huilde alleen als er echt wat was. Zoals in deze tijd dus ook.
Op een zaterdagmiddag was de maat vol. Noï dronk voor de zoveelste keer nauwelijks, huilde tot ze er rood van zag en was ontroostbaar. Nog steeds leek haar poep en plasgedrag normaal te zijn dus blind was ik nog steeds voor de mindere melkproductie. Na de zoveelste tranenregen maakte ik een fles kunstvoeding die ze vervolgens weigerde. Een dag later probeerde ik het weer en toen ging er 90 ml in!! Een hele mijlpaal want Noï had eerder nooit iets anders gekregen dan de borst en een lepeltje gepureerde wortel. Na de 90 ml was ze een stuk rustiger. Daarvoor had ze al wat borstvoeding op dus ze leek nu voldaan. Heel tevreden viel ze daarna in slaap. 1-0 winst voor ons!
Toen was het hek van de dam.
We kregen steeds meer het idee dat Noï gewoon te weinig voeding binnen kreeg. Ons kindje was nooit zo ontroostbaar als ze nu soms was dus er moest een reden zijn. Van die 90 ml was al gauw niets meer te zien. 200 ml aan voeding ging er na wat hakkelen en stoten in. Máár het ging er wel in. Zo gaf ik na een week al 2 kunstvoedingen overdag en de andere 3 dronk ze bij mij, waarvan er dus 1 in de nacht was. Dit ging lekker. Dacht ik.
Ondanks dat ze meer voeding binnen kreeg bleef het onrustig. Echt, wat een gedoe! Ik vond het maar wat lastig en kon soms slecht mijn geduld bewaren. Overigens reageerde ik die nooit op haar af, maar ik zette soms wel een bordje iets te hard in de vaatwasser, als je begrijpt wat ik bedoel.
Onze D-day.
Toen was de dag daar. Het was 15 maart. Maandagavond. Noï was toe aan haar avondvoeding om vervolgens naar bed te gaan. De borst leek ze steeds vaker te weigeren dus ik besloot te kolven. Ik voelde al weer wat stuwing opkomen, aangezien ik in de morgen de laatste voeding had gegeven, dus dat moest een eitje worden. Niet dus. Het kolven lukte voor geen meter. Het toeschietreflex bleef maar duren dus de melk stroom was minimaal. Met veel pijn en moeite kreeg ik 80 ml in het flesje en mijn borsten waren leeg. Geen stuwing én geen melk te bekennen.
We gaven Noï de 80 ml via een flesje en vervolgens kreeg ze er nog een fles kunstvoeding achteraan. Ze dronk toen nog eens 130 ml dus dat was een klap in mijn gezicht. Super fijn dat zij de melk binnen had maar zo confronterend dat ze die niet meer bij mij kreeg. Na de voeding liet ze een boer, trappelde ze nog wat in bed en viel ze vervolgens als een roosje in slaap. Weg onrust. Hallo adem voor mama en papa.
Een emotioneel afscheid.
Dat de borstvoeding zo – toch wel abrupt – zou stoppen vond ik heel lastig. Het geven van deze voeding gaat niet zonder emoties en hormonen en dat heb ik dus ook geweten. Het opstarten vond ik heftig. De tussentijd vond ik fantastisch. Het stoppen vond ik ook heftig. Het kost echt tijd om hier afscheid van te nemen. Die gun ik mezelf dan ook. Zoals ik mezelf de tijd en tranen ook gunde om het voeden op te starten. Zo probeer ik nu ook extra lief te zijn. Ík heb het toch maar mooi gedaan. 5 maanden lang stelde ik mijn lichaam beschikbaar aan haar. Zodat zij kon groeien en ontwikkelen tot wat ze nu is. Een prachtig mooi en gezond kindje wat al onze liefde en aandacht verdiend. En melk. Want daar is ze toch ook echt dol op!